Ben je boos, pluk een roos (2)

In een eerder artikel schreef ik over ongemakkelijke gevoelens die we liever niet voelen zoals boosheid én dat de eerste stap naar een 'oplossing' vaak ligt in het erkennen en accepteren dat ook déze gevoelens er mogen zijn. Maar wat nou als je kind extreme boosheid laat zien op de meest onmogelijke onverwachte momenten waar het hele gezin en de omgeving van mee kan 'genieten'? 



Erkenning

Het erkennen en accepteren van boosheid is op zo’n moment waarschijnlijk wel het laatste waar je behoefte aan hebt. Je eerste behoefte zal zijn dat je wilt dat je kind stopt met schreeuwen, gillen, stampen etc. Deze extreme uitingen van boosheid maken het voor veel mensen, inclusief het kind zelf, erg ongemakkelijk. Maar ja, het uiten van boosheid is wel een mechanisme van ons lijf om ons ongenoegen duidelijk te maken. Het feit dat de boosheid oncontroleerbaar lijkt te zijn geworden maakt dat er een hulpvraag ontstaat. 

Tijdens een boze bui zijn kinderen (volwassenen trouwens ook niet) aanspreekbaar op hun gedrag of te bevragen op redenen voor de boze gevoelens. Dit maakt ouders onmachtig en er ontstaat geen opening voor gedragsverandering. “ De extreme boosheid lijkt er vaak ineens te zijn”, hoor ik ouders regelmatig benoemen. Extreme boosheid kent echter (meestal) een opbouw van diverse redenen gedurende de dag. Het is belangrijk om inzicht te krijgen in de oorzaken van het boze gevoel om een explosieve boze bui te kunnen voorkomen én om een andere manier van omgaan met boosheid te kunnen ontwikkelen. 

Extreme boosheid is niet meteen over

In de praktijk gebruik ik o.a. de 'emotiemeter' als instrument om inzicht te krijgen in de opbouw van boosheid. De emotiemeter kent een schaal van 1 (=blij) oplopend naar 5 (=explosief boos). 

Kinderen beschrijven eerst welk gedrag past bij de cijfers op de meter. Samen met ouders en het kind bepalen we welk gedrag acceptabel gevonden wordt en maken daar concrete afspraken over. De kinderen leren tijdens de therapie (ontspannings-)technieken die zij in kunnen zetten wanneer zij voelen dat de emotiemeter aan het oplopen is. Zij worden zo zelf machtig om hun boosheid controleerbaar te houden voor zichzelf.  Dit gaat gepaard met de nodige aandacht en oefening.

Extreme boosheid is niet meteen over. Daarnaast moeten ook de oorzaken voor het ontstaan van de boosheid aangepakt worden om uiteindelijk meer rust te gaan ervaren. Oorzaken worden regelmatig gevonden in zich niet gezien, gehoord, begrepen voelen door anderen (ouders, leerkrachten, leeftijdsgenoten), onrechtvaardigheid, verveling en overprikkeling bijvoorbeeld.

Je boos voelen mag. Wanneer je er als ouder of kind (zelf) last van ervaart zijn er écht mogelijkheden om, op een meer helpende manier, met boosheid om te leren gaan. 



Terug naar het overzicht